Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], In het vijf en twintigste jaar onzer gevankelijke [1]wegvoering, in het [2]begin des jaars, op den tienden der [3]maand, in het veertiende jaar, nadat de [4]stad geslagen was; [5]even op dienzelfden dag, was de [6]hand des HEEREN op mij, en Hij bracht mij [7]derwaarts. 1. Met den koning Jojachin; zie boven hfdst.1 vs.2, en hfdst.24 vs.1, en hfdst.33 vs.21. 2. Hebreeuws, het hoofd des jaars; dat de Joden houden voor het begin van het burgerlijke jaar. Anderen verstaan het van het kerkelijke jaar. 3. Versta, de eerste maand. 4. Jeruzalem. Zie boven hfdst.33 vs.21, en hfdst.24 vs.1,2, met de aantekening aldaar. 5. Zie boven hfdst.2 vs.3, en hfdst.24 vs.2, met de aantekening. Hebreeuws, in het been, of in de kracht des daags. 6. Zie boven hfdst.1 vs.3. 7. Te weten in het land Israel; versta in een gezicht, gelijk volgt.